Rechtbank Gelderland oordeelt dat de VSO niet is nagekomen en dat de inspecteur terecht een IB-navorderingsaanslag heeft opgelegd. Ten eerste is niet voor 1 december 2018 een overzicht verstrekt van de zekerheden en ten tweede is de rekening-courantschuld ultimo 2018 niet teruggebracht tot € 4 mln.
A houdt de aandelen in K bv. Daarnaast houdt hij, samen met zijn partner, B, de aandelen in Q bv. K bv verstrekt diverse leningen aan A. B overlijdt in 2015. Naar aanleiding van een boekenonderzoek treden A, de erven B (belanghebbenden, X), K bv en de inspecteur in overleg en wordt een VSO opgesteld. In de VSO worden onder andere afspraken gemaakt over de r.c.-schuld van A aan K bv. Deze bedraagt ultimo 2018 € 9,7 mln. Omdat de afspraken uit de VSO niet worden nagekomen, legt de inspecteur een IB-navorderingsaanslag 2014 op aan B, waarbij bij haar a.b.-inkomen in aanmerking wordt genomen.
Rechtbank Gelderland oordeelt dat de VSO niet is nagekomen en dat de inspecteur terecht een IB-navorderingsaanslag heeft opgelegd. Ten eerste is niet voor 1 december 2018 een overzicht verstrekt van de zekerheden en ten tweede is de schuld ultimo 2018 niet teruggebracht tot € 4 mln. Pas nadat de inspecteur eind november 2018 vroeg om een overzicht van de zekerheden, is een overzicht verstrekt van privébezittingen die als zekerheid zouden kunnen dienen. Dit is volstrekt onvoldoende volgens de rechtbank. Met aflossing van de r.c.-schuld is pas in 2019 begonnen, nadat de inspecteur had aangekondigd dat hij navorderings- en naheffingsaanslagen zou gaan opleggen. Ook is nog van belang dat A enkele in 2017 en 2018 vrijgevallen bedragen heeft aangewend voor nieuwe investeringen en niet voor aflossingen op de lening. Vervolgens stelt de rechtbank vast dat sprake is van een uitdeling en dat niet van belang is dat de lening in 2019 is afgelost. De aanslag blijft in stand.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 4.13
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Rechtbank Gelderland
Editie: 14 januari