Het kabinet wil uiterlijk bij de voorjaarsnota duidelijkheid geven over mogelijke alternatieve BTW-maatregelen voor budgettaire dekking van de begroting. Dat schrijft Staatssecretaris Van Oostenbruggen van Financiën naar aanleiding van vragen van het commissiedebat BTW.

Daarnaast beantwoordt de staatssecretaris vragen over de noodzaak tot budgettaire dekking via BTW-maatregelen, de stap naar een uniform BTW-tarief, de impact van BTW-verhogingen op verschillende groepen, andere BTW-onderzoeken en over het vervolgproces. Hieruit blijkt dat:

  • een structurele derving van € 1,3 miljard ontstaat indien de BTW op cultuur, media en sport niet wordt verhoogd;

  • de uniformering van het BTW-tarief op zijn vroegst uitvoerbaar is in 2027;

  • een verhoging van het verlaagde BTW-tarief met 1%-punt ruwweg gelijk is voor verschillende inkomensgroepen als er gekeken wordt naar bestedingsaandelen;

  • het onderzoek naar afbakeningsmogelijkheden binnen het verlaagde BTW-tarief op restaurantdiensten die de doelmatigheid kunnen verbeteren is afgerond (informatie hiervoor is als bijlage bij de brief opgenomen);

  • er op dit moment een evaluatie naar enkele (optionele) BTW-vrijstellingen plaatsvindt;

  • een mogelijke alternatieve BTW-maatregel via een separaat wetgevingstraject wordt opgenomen; en

  • richting het aankomend Belastingplan wordt bezien of er in het handboek BTW nog moeilijk uit te leggen tariefverschillen weg te nemen zijn.

Wetsartikelen:

Wet op de omzetbelasting 1968 9

[Nieuwsbron] [Nieuwsbron] [Nieuwsbron] [Nieuwsbron] [Nieuwsbron]

Rubriek: Omzetbelasting

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 20 februari

Informatiesoort: VN Vandaag

177

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen