Rechtbank Den Haag oordeelt dat terecht naheffingsaanslagen btw zijn opgelegd. X is ondernemer en aangifteplichtig voor de omzetbelasting, ondanks uitschrijving uit de gemeentelijke basisadministratie wegens emigratie.

X is belastingadviseur en heeft zich per 2008 uit laten schrijven uit de gemeentelijke basisadministratie wegens emigratie. De Belastingdienst heeft X hierdoor uitgeschreven als ondernemer voor de omzetbelasting. Na emigratie heeft X zijn werkzaamheden voortgezet, hierop omzetbelasting in rekening gebracht en geen aangiftes omzetbelasting meer ingediend. De inspecteur legt naheffingsaanslagen en boetes op over de tijdvakken januari 2010 tot en met december 2014. Volgens X is niet gereageerd op de verzoeken aangifte btw te mogen doen. De inspecteur zegt de brieven niet te hebben ontvangen. Verder staat in brieven van de inspecteur aan X met betrekking tot de intrekking van zijn beconnummer volgens X dat hij niet meer economisch actief is. X stelt hieraan het vertrouwen te kunnen ontlenen dat hij geen aangifteplicht meer heeft. Uiteindelijk gaat X in beroep.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat de naheffingsaanslagen terecht zijn opgelegd. X heeft niet bewezen dat hij heeft verzocht om uitreiking van btw-aangiften. Verder houdt de intrekking van het beconnummer geen verband met het ondernemerschap van X. Aan de intrekking kan geen vertrouwen worden ontleend, welk oordeel wordt versterkt door het feit dat X omzetbelasting in rekening bleef brengen. Het beroep is gegrond met betrekking tot de herrekening van de hoogte van de naheffingsaanslagen en boetes.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de omzetbelasting 1968 7

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Omzetbelasting

Instantie: Rechtbank Den Haag

Editie: 30 september

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen