Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de uitkering moet worden aangemerkt als inkomen uit arbeid als bedoeld in art. 10 Belastingverdrag NL - DUI. Nederland is heffingsbevoegd. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 Wet RO).

De arbeidsovereenkomst tussen belanghebbende, X, en A bv wordt in 2002 beëindigd. Aan X wordt een ontslagvergoeding van € 75.000 toegekend. Dit bedrag wordt door A bv als lijfrentekapitaal gestort in een lijfrentepolis bij DBV Verzekeringen. De ingangsdatum van de lijfrente is bepaald op 14 januari 2014. Op 13 januari 2015 wordt met het opgebouwde lijfrentekapitaal een polis voor een periodieke uitkering afgesloten bij Reaal. X, die inmiddels in Duitsland woont, is het er niet mee eens dat bij de uitbetaling LB wordt ingehouden door Reaal. Volgens X is er namelijk sprake van een pensioen als bedoeld in het Belastingverdrag NL - DUI. De inspecteur is van mening dat de uitkering moet worden aangemerkt als inkomen uit arbeid, en dat Nederland heffingsbevoegd is.

Hof 's-Hertogenbosch (V-N 2020/22.1.4) oordeelt dat X onvoldoende heeft aangedragen om aan te tonen dat hij en A bv hebben bedoeld om een (aanvulling op) het pensioen overeen te komen. Dat het van meet af aan de bedoeling van X is geweest om de ontslagvergoeding te besteden als aanvulling op zijn pensioen, om daarmee onder meer zijn pensioenbreuk te repareren, is niet van belang. Wel van belang is dat in de correspondentie tussen X en A bv geen aanknopingspunten zijn te vinden waaruit volgt dat de ontslagvergoeding erop is afgestemd en ertoe strekt te voorzien tot voorziening in het levensonderhoud dan wel tot een aanvulling op het pensioen. Verder merkt het hof nog op dat in beide polissen is vermeld dat sprake is van uitkeringen op basis van art. 11 lid 1 onderdeel g Wet LB 1964 en dat geen sprake is van pensioen. Het gelijk is aan de inspecteur. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de loonbelasting 1964 11

Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Bondsrepubliek Duitsland tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen 12

Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Bondsrepubliek Duitsland tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen 10

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Internationaal belastingrecht

Instantie: Hoge Raad

Editie: 5 oktober

Carrousel: Carrousel

9

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen