Belanghebbende, X, is het niet eens met de hoogte van de proceskostenvergoeding die aan hem is toegekend. De vergoeding is door Rechtbank Midden-Nederland gematigd op grond van de nieuwe samenhangregeling.
Hof Arnhem-Leeuwarden geeft uitleg over de nieuwe samenhangregeling van art. 3 lid 2 Besluit proceskosten bestuursrecht. Voorop staat dat de beantwoording van de vraag of sprake is van samenhangende zaken per fase van de procedure en niet per proceshandeling moet worden beoordeeld. Voor de samenhang worden verder alleen die zaken in aanmerking genomen waarbij vanwege de gegrondheid van het bezwaar door het bestuursorgaan een proceskostenvergoeding is toegekend of waarbij de bestuursrechter het bestuursorgaan in de proceskosten heeft veroordeeld. Over het vereiste dat de werkzaamheden van de gemachtigde in elk van de zaken nagenoeg identiek konden zijn, oordeelt het hof als volgt. Als in WOZ-zaken per afzonderlijk object aan de hand van de objectkenmerken en gehanteerde vergelijkingsobjecten de vastgestelde WOZ-waarde moet worden beoordeeld, kan in zijn algemeenheid niet worden gezegd dat de werkzaamheden van de gemachtigde in elk van die zaken nagenoeg identiek konden zijn (vgl. HR 1 oktober 2004, nrs. 37.851, 39.191 en 39.192, V-N 2004/54.5). Voor een meer abstracte toets, waarbij de aard van het geschil (WOZ-procedure), de aard van het object (bijvoorbeeld woningen), de gehanteerde waarderingsmethode (bijvoorbeeld de vergelijkingsmethode) en de aard van de beroepsgronden (bijvoorbeeld referentieobjecten zijn onvoldoende vergelijkbaar) worden beoordeeld, ziet het hof geen ruimte. Samenhang in WOZ-zaken acht het hof wel mogelijk bij (nagenoeg) identieke woningen of objecten. In dit geval is van samenhangende zaken echter geen sprake en is het gelijk aan X.
Wetsartikelen:
Besluit proceskosten bestuursrecht 3-2
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 12 februari