Belanghebbende, bv X, is volgens een online opgave van de Kamer van Koophandel op 13 juli 2011 ontbonden. De bv houdt zich in 2009 bezig met detachering van personeel. Over het eerste halfjaar van 2009 dient ze geen aangifte loonheffing in en draagt ze ook geen loonheffing af. Als de inspecteur een boekenonderzoek instelt bij bv X, bij haar enig aandeelhouder en directeur (X) en bij twee andere bv's van X (bv A en bv B), legt X geen administratie over ter inzage over voornoemd half jaar. Volgens X is de administratie niet (meer) aanwezig omdat hij teloor is gegaan of door de vorige administrateur is achtergehouden. De inspecteur legt X met omkering en verzwaring van de bewijslast een naheffingsaanslag loonheffingen op over het eerste halfjaar van 2009. Het bedrag is gebaseerd op de gegevens over de uit- en inlening zoals die voordien tussen bv A en bv B plaatsvond. Vanaf 2009 leent bv X personeel uit aan bv B. Bv X bestrijdt de naheffingsaanslag.
Hof 's-Gravenhage stelt vast dat bv X niet de vereiste aangifte loonheffing heeft gedaan en geen administratie ter inzage heeft verstrekt en oordeelt dat bv X daarvoor verantwoordelijk is en dat X zich niet kan beroepen op overmacht. Bv X heeft niet volledig voldaan haar administratieve verplichtingen zodat de inspecteur de aanslag met omkering en verzwaring van de bewijslast heeft mogen opleggen. Het hof is vervolgens van oordeel dat de naheffingsaanslag berust op een redelijke schatting. Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het beroep van bv X ongegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 54
Algemene wet inzake rijksbelastingen 52
Algemene wet inzake rijksbelastingen 27
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Loonbelasting
Instantie: Hof 's-Gravenhage
Editie: 21 december