Rechtbank Den Haag verbindt geen gevolgen aan het feit dat de eigenaar niet als derde-belanghebbende in het geschil is betrokken omdat hij als gemachtigde van de eiser optreedt en zo dus de mogelijkheid had als procespartij deel te nemen aan het geding.

Eiser komt als huurder van een woning op tegen de WOZ-waarde voor 2020. De woning is een benedenverdieping met berging. Achter de woning ligt een tuin. Eiser stelt onder andere dat de waarde van de woning moet worden vastgesteld op een lager bedrag omdat de tuin niet door hem wordt gehuurd. Eiser wordt bijgestaan door zijn verhuurder. De heffingsambtenaar betwist dat de tuin niet door eiser wordt gebruikt. Tot de gedingstukken behoort een luchtfoto waaruit blijkt dat de tuin wordt gebruikt. De tuindeuren staan open, er staat een wasrek buiten en er staan afvalbakken van de gemeente in de tuin.

Rechtbank Den Haag verbindt geen gevolgen aan het feit dat de eigenaar als derde-belanghebbende niet in het geschil is betrokken omdat hij als gemachtigde van de eiser optreedt en zo dus de mogelijkheid had als procespartij deel te nemen aan het geding. In beginsel wordt ervanuit gegaan dat een tuin achter een woning geacht wordt met de woning één object te vormen. Dat zou slechts anders zijn indien de tuin als afzonderlijk object moet worden beschouwd. Dit is niet gebleken, de gemachtigde heeft immers verklaard dat de tuin niet aan een derde wordt verhuurd of in gebruik is gegeven. De tuin hoort bij de woning. Het belang is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:26

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken

Instantie: Rechtbank Den Haag

Editie: 11 november

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen