X is het niet eens met aanslagen rioolheffing en afvalstoffenheffing van de gemeente Den Haag. Rechtbank Den Haag verwerpt de (vooral formele) grieven van X.
Hof Den Haag oordeelt dat de heffingsambtenaar voor de aanslagen riool- en afvalstoffenheffing de hoorplicht heeft geschonden. De heffingsambtenaar heeft wel een hoorzitting gepland – waar X niet is verschenen – maar de uitnodiging hiervoor zag enkel op de WOZ-waarde van de woning. Daarbij komt dat X voor de riool- en afvalstoffenheffing nog niet beschikte over de van belang zijnde stukken. Het hof draagt de heffingsambtenaar op om opnieuw uitspraak te doen op het bezwaar voor de riool- en afvalstoffenheffing. Het hof oordeelt verder dat de rechtbank het beginsel van hoor en wederhoor heeft geschonden, maar verbindt hieraan geen gevolgen. Daarnaast oordeelt het hof dat de uitspraak op bezwaar bevoegd is gedaan en dat de heffingsambtenaar de WOZ-waarde van de woning voldoende aannemelijk heeft gemaakt.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 7:2
Wet waardering onroerende zaken 17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hof Den Haag
Editie: 20 november