Guy Riskin en Geneviève Timmermans bezitten een participatie in een Poolse vennootschap. In 2010 ontvangen zij een dividend van € 15.000 van de Poolse vennootschap. De Belgische fiscus staat verrekening van de Poolse bronbelasting niet toe, omdat Riskin en Timmermans hun participatie niet voor de uitoefening van een beroepsactiviteit in België hebben gebruikt. Riskin en Timmermans stellen dat er sprake is van strijd met het EU-recht, omdat verrekening van buitenlandse belasting wel mogelijk is voor dividenden die afkomstig zijn uit bepaalde derde landen. De Belgische rechter heeft prejudiciële vragen in deze zaak gesteld.
Advocaat-generaal Kokott concludeert dat het niet in strijd met het EU-recht is dat België verrekening van de Poolse bronheffing niet toestaat, terwijl bronheffing uit bepaalde derde landen wel mag worden verrekend. Volgens de A-G is er weliswaar sprake van een beperking van de vrijheid van kapitaalverkeer, maar is deze beperking gerechtvaardigd omdat de bepalingen inzake de verrekening van de bronbelasting in de dubbelbelastingverdragen niet losgekoppeld kunnen worden van de overige bepalingen uit de verdragen. De A-G merkt vervolgens nog wel op dat dubbelbelastingverdragen voor de lidstaten geen vrijbrief zijn om plaatsen van kapitaalbelegging binnen de EU te benadelen ten opzichte van dergelijke plaatsen buiten de EU.
Wetsartikelen:
Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie 63
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Europees belastingrecht
Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie (Advocaat-Generaal)
Editie: 14 april