Belanghebbende heeft na het doen van een aangifte schenkbelasting een aanslag schenkbelasting ontvangen. Deze aanslag is niet conform de gedane aangifte omdat de heffingsambtenaar een vrijstelling weigert toe te passen. De partner van belanghebbende (eiseres) gaat namens belanghebbende in bezwaar. De heffingsambtenaar heeft de uitspraak op bezwaar gericht aan eiseres en niet aan belanghebbende. Eiseres stelt in beroep dat de uitspraak op bezwaar non-existent is omdat zij nooit bezwaar heeft ingesteld tegen de aanslag.

Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat door het ontvangen van een uitspraak op bezwaar dat niet door diegene is aangetekend, dit resulteert in een niet-ontvankelijkheid in beroep maar met vergoeding van de proceskosten. Eiseres is namelijk gedwongen om beroep in te stellen door het toedoen van verweerder. Zij is immers geconfronteerd met een uitspraak op bezwaar waarvan niet op voorhand duidelijk was dat deze non-existent was.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 7:1