Hof 's-Hertogenbosch bevestigt dat de redelijke behandeltermijn eindigt op het moment de inspecteur geheel tegemoet is gekomen aan het bezwaar. De immateriële schadevergoeding is daarom juist berekend door de rechtbank.

X ontvangt een naheffingsaanslag BPM. De inspecteur vernietigt de aanslag na bezwaar. X gaat in beroep voor een immateriële schadevergoeding wegens de overschrijding van de redelijke behandeltermijn. De rechtbank verleent de vergoeding, maar voor de berekening daarvan wordt de behandeltermijn na de uitspraak op bezwaar niet meegeteld. X gaat in hoger beroep.

Hof 's-Hertogenbosch bevestigt dat de redelijke behandeltermijn eindigt op het moment de inspecteur geheel tegemoet is gekomen aan het bezwaar. De wijze van procederen door gemachtigde, namelijk met gebruik van standaardteksten in een reeks van vergelijkbare zaken zonder individuele toetsing, is naar het oordeel van het hof een bijzondere omstandigheid die moet leiden tot beperking van de proceskostenvergoeding. Het hoger beroep is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:75

Algemene wet bestuursrecht 8:73

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Editie: 30 april

Informatiesoort: VN Vandaag

227

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen