De voorzieningenrechter van Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat X niet aannemelijk maakt dat sprake is van een acute financiële noodsituatie of dat de continuïteit van haar Portugese onderneming wordt bedreigd.

X is gevestigd in Portugal en voert in 2009, 2010 en 2011 diverse bouwprojecten in Nederland uit. Na een boekenonderzoek zijn in 2014 grote naheffingsaanslagen loonheffing aan X opgelegd. Inclusief boetes, heffingsrente en kosten is het totale bedrag inmiddels circa € 10 miljoen. De ontvanger wil geen uitstel van betaling verlenen, omdat X geen zekerheid kan verstrekken. X verzoekt daarom om een voorlopige voorziening. Volgens X heeft zij een spoedeisend belang bij het opschorten van de rechtsgevolgen van de aanslagen, omdat het door de dreiging van invorderingsmaatregelen onmogelijk is om nieuwe projecten in Nederland uit te voeren. Zo zou de ontvanger beslag op haar eigendommen kunnen leggen. De voorzieningenrechter van Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat X niet aannemelijk maakt dat sprake is van een acute financiële noodsituatie of dat de continuïteit van haar onderneming wordt bedreigd. Het feit dat de ontvanger niet kan garanderen dat geen invorderingsmaatregelen worden genomen zolang de aanslagen nog niet onherroepelijk vaststaan, is daartoe onvoldoende. Deze enkele omstandigheid vormt namelijk geen direct gevaar voor het voortbestaan van de in Portugal gevestigde onderneming. Zo heeft X niet gesteld of aannemelijk gemaakt dat het (her)starten van ondernemingsactiviteiten in Nederland van cruciaal belang is voor de onderneming als geheel. Het verzoek van X wordt afgewezen.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:81

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Invordering

Instantie: Rechtbank Noord-Nederland

Editie: 4 mei

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen