Hof Den Haag oordeelt dat X geen recht heeft op een hogere aftrek van specifieke zorgkosten en bevestigt de afwijzing van het verzoek om uitstel van de mondelinge behandeling.

X brengt in 2020 specifieke zorgkosten in aftrek. De inspecteur weigert een deel van deze aftrek, omdat X onvoldoende bewijs levert voor de gestelde kosten. X maakt bezwaar en komt vervolgens in beroep. Voor de zitting meldt hij telefonisch dat hij door een treinstoring en gezondheidsredenen is verhinderd. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond. In hoger beroep is in geschil is of de rechtbank het verzoek om uitstel van de mondelinge behandeling terecht heeft afgewezen. Verder is in geschil of X recht heeft op een hogere aftrek van specifieke zorgkosten en of er sprake is van discriminatie.

Hof Den Haag oordeelt dat het verzoek om uitstel terecht is afgewezen, omdat X niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij de rechtbank niet op een andere manier kon bereiken. X heeft ook onvoldoende bewijs geleverd voor de aftrek van specifieke zorgkosten. Hij heeft bijvoorbeeld geen dieetverklaring overgelegd voor zijn zoon. Kosten voor brillen, contactlenzen en dextrose zijn niet aftrekbaar volgens de Wet IB 2001. Er zijn geen aanwijzingen dat de inspecteur discriminerend handelt. Het hoger beroep is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 6.18

Wet inkomstenbelasting 2001 6.17

Wet inkomstenbelasting 2001 6.1

Instantie: Hof Den Haag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Editie: 29 november

Informatiesoort: VN Vandaag

21

Gerelateerde artikelen