De op Prinsjesdag 2022 aangekondigde vastgoedmaatregel wordt met een jaar uitgesteld naar 1 januari 2025. Een fiscale beleggingsinstelling mag dan niet meer direct in Nederlands en buitenlands vastgoed beleggen. Dit is bekendgemaakt in de kabinetsreactie op een evaluatierapport van SEO over de fiscale beleggingsinstelling (fbi) en de vrijgestelde beleggingsinstelling (vbi).
Met de uitgestelde inwerkingtreding hebben partijen voldoende tijd om te kunnen anticiperen op de vastgoedmaatregel en om eventueel een herstructurering uit te voeren. Ook wordt een flankerende maatregel voor de overdrachtsbelasting uitgewerkt die met ingang van 1 januari 2024 geldt. Het gaat om een voorwaardelijke vrijstelling van overdrachtsbelasting gedurende 2024 voor herstructureringen die direct samenhangen met de vastgoedmaatregel.
Verder kondigt het kabinet aan om het vbi-regime te versoberen door de regeling alleen open te stellen voor beleggingsinstellingen die een vergunning hebben en onder toezicht staan van de Autoriteit Financiële Markten en de Nederlandsche Bank. De toegang tot het vbi-regime wordt beperkt tot beleggingsinstellingen die deelnemingsrechten aanbieden aan een breed publiek of institutionele beleggers. Voor bestaande niet-beoogde vbi's, met name vermogende particulieren en families, komt het vbi-regime te vervallen. Het kabinet onderzoekt verder een aanpassing van de voorwaarden van een open fgr.
De maatregelen worden de komende tijd verder uitgewerkt in een wetsvoorstel dat op Prinsjesdag 2023 aan de Kamer wordt aangeboden. In het eerste kwartaal van 2023 vindt eerst een internetconsultatie plaats. Het is de bedoeling dat de maatregelen op 1 januari 2024 in werking treden, behalve de vastgoedmaatregel die op 1 januari 2025 in werking treedt.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van rechtsverkeer, Vennootschapsbelasting
Dossiers: Prinsjesdag 2022
Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën