De beoogde inwerkingtredingsdatum van het wetsvoorstel Wet herziening bedrag ineens (36154) is uitgesteld naar 1 januari 2024. Dit staat in de nota naar aanleiding van het verslag die minister Schouten voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.

Met het oog op de parlementaire behandeling van het onderhavige wetsvoorstel is een inwerkingtredingsdatum van 1 juli 2023 niet meer haalbaar. Een uitgestelde inwerkingtredingsdatum betekent wel dat deelnemers die vóór die datum met pensioen gaan geen gebruik kunnen maken van het keuzerecht bedrag ineens.

Verder is een nota van wijziging bij het wetsvoorstel ingediend. Op grond van het wetsvoorstel krijgt een consument de mogelijkheid tot afkoop van een deel van de aanspraak op periodieke uitkeringen. Dit leidt niet tot negatieve uitgaven voor inkomensvoorzieningen. De nota van wijziging regelt dat de mogelijkheid tot gedeeltelijke afkoop ook van toepassing wordt op in eigen beheer ondergebrachte lijfrenten die als tegenprestatie bij de overdracht van een onderneming zijn ontstaan.

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.133

Wet inkomstenbelasting 2001 3.126

[Nieuwsbron] [Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Loonbelasting

Regelgevende instantie: Staten-Generaal

Editie: 19 januari

6

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen