Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in hoger beroep dat de ontwikkeling van de insectenvanger wel als een bron van inkomen heeft te gelden omdat aannemelijk is dat er winst gemaakt zal worden. Er is sprake van een concurrerend en commercieel levensvatbaar product, ondanks dat tot op heden geen winst is gerealiseerd.

Belanghebbende, de heer X, heeft een productontwikkelingsbedrijf en een klusbedrijf. Het product dat X heeft ontwikkeld, is een diervriendelijke insectenvanger. Het insect wordt niet gedood, maar wordt elders weer vrijgelaten. Er is in 2011 met succes octrooi op aangevraagd. De kluswerkzaamheden worden grotendeels verricht voor verhuurders van woon- en bedrijfsruimten, door die ruimten – na het vertrek van de oude huurders – (weer) verhuurklaar te maken. In geschil is of X winst uit één of meer ondernemingen geniet, en zo ja of hij voor 2011 recht heeft op ondernemersaftrek, meer in het bijzonder de (verhoogde) zelfstandigenaftrek en de aftrek voor speur- en ontwikkelingswerk. Rechtbank Gelderland stelt X in het ongelijk. X gaat in hoger beroep.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de ontwikkeling van de insectenvanger wel als een bron van inkomen heeft te gelden omdat aannemelijk is dat er winst gemaakt zal worden. Er is sprake van een concurrerend en commercieel levensvatbaar product, ondanks dat tot op heden nog steeds geen winst is gerealiseerd. Het ontwikkelingsbedrijf en het klusbedrijf zijn twee afzonderlijke ondernemingen. De urenadministratie die de echtgenote van X heeft bijgehouden, is betrouwbaar. X komt daarom in aanmerking voor de (verhoogde) zelfstandigenaftrek. X maakt echter niet aannemelijk 500 uren of meer te hebben besteed aan speur- en ontwikkelingswerk. Het beroep van X is deels gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.5

Wet inkomstenbelasting 2001 3.8

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

15

Gerelateerde artikelen