Kamerstukken II 2013/14, 33863, nr. 7
De uitwerking in een algemene maatregel van bestuur wordt gerealiseerd door in de Pensioenwet en de Wet verplichte beroepspensioenregeling een grondslag hiertoe op te nemen. In een nota van wijziging bij het bij de Tweede Kamer aanhangige wetsvoorstel Verzamelwet pensioenen 2014 (wetsvoorstel 33863) wordt dit geregeld. Ook wordt een wijziging opgenomen van de Wet verlaging maximumopbouw- en premiepercentages pensioen en maximering pensioengevend inkomen (wetsvoorstel 33610 zoals gewijzigd bij novelle 33847). Deze wet bevat een wijziging van de Pensioenwet en de Wet verplichte beroepspensioenregeling op grond waarvan een nettolijfrente geen pensioen is in de zin van die wetten. Deze wijzigingen vervallen. Ook wordt geregeld dat de verplichting voor pensioenuitvoerders om op verzoek mee te werken aan afkoop van fiscaal bovenmatig pensioen niet van toepassing is bij de nettolijfrente, tenzij art. 5.16c lid 4 Wet IB 2001 van toepassing is. Op grond van dit artikel is er geen sprake van afkoop indien de gerechtigde ophoudt binnenlands belastingplichtige te zijn. In de pensioenwetgeving blijft dan wel sprake van afkoop en is de uitvoerder verplicht hieraan mee te werken.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Loonbelasting
Regelgevende instantie: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Editie: 29 april