De Staatssecretaris van Financiën heeft de Uitvoeringsvoorschriften bronbelasting op interest en royalty’s gepubliceerd. Dit besluit bevat de universele Nederlandse uitvoeringsvoorschriften van het interestartikel en het royaltyartikel in belastingverdragen voor de heffing van de bronbelasting op interest en royalty’s op grond van de Wet bronbelasting 2021. Het is een actualisering van het besluit van 7 december 2021, nr. 2021-21220, V-N 2022/3.10.

Hiermee zijn deze uitvoeringsvoorschriften in lijn gebracht met de Uitvoeringsvoorschriften conditionele bronbelasting op dividenden. Verder is het moment aangepast waarop de inhoudingsplichtige melding moet doen van het niet langer meer voldoen aan de voorwaarden van de inhoudingsvrijstelling bronbelasting over interest en royalty’s. De mededeling moet nu gedaan worden vóór de eerstvolgende betaling van interest of royalty’s. Daarnaast wordt de gegevensverstrekking bij overmaken van interest of royalty’s naar verdragslanden met een zogenaamde ‘Remittance base’-bepaling in het Verdrag niet meer apart vermeld in de uitvoeringsvoorschriften. Dit valt nu onder het bereik van het nieuwe onderdeel e van lid 2 van art. 2 en 3.

Het besluit treedt in werking op 19 december 2024.

[Nieuwsbron]

Rubriek: Internationaal belastingrecht, Bronbelasting

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 19 december

Informatiesoort: VN Vandaag

18

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen