Belanghebbende, X, is het niet eens met een naheffingsaanslag parkeerbelasting die de gemeente Middelburg hem heeft opgelegd. In geschil is of de aanslag terecht is opgelegd.
Hof 's-Hertogenbosch (MK I, 14 augustus 2013, 12/711, V-N 2013/30.2.4) slaat geen acht op de stukken die X een uur voor de zitting digitaal heeft ingediend en die de behandelende kamer niet voor de zitting hebben bereikt. Het hof ziet geen redenen waarom X de stukken niet eerder had kunnen inbrengen en is bovendien van oordeel dat X niet redelijkerwijs mocht verwachten dat dermate laat ingediende stukken tijdig de behandelende kamer zouden bereiken. De stukken hebben de heffingsambtenaar kennelijk evenmin tijdig bereikt. De heffingsambtenaar heeft er immers ter zitting geen blijk van gegeven deze stukken te hebben ontvangen. Gelet op deze omstandigheden beschouwt het hof de op de zittingsdatum ingebrachte stukken als tardief. De stukken geven het hof verder ook geen aanleiding om aan te nemen dat het onderzoek onvolledig is geweest en heropend dient te worden. Inhoudelijk oordeelt het hof dat de naheffingsaanslag parkeerbelasting – opgelegd toen X de parkeermeter aan het ‘bijvullen' was – terecht is. Het hoger beroep van X is ongegrond. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:58
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Belastingen van lagere overheden
Instantie: Hoge Raad
Editie: 11 maart