X parkeert zijn auto op 8 mei 2012 om 16.25 uur op een parkeerplaats in de gemeente Delft waar op maandag t/m vrijdag van 16.00 tot 22.00 uur tegen betaling van parkeerbelasting dan wel met een vergunning mag worden geparkeerd. De gemeente legt hem de in geschil zijnde naheffingsaanslag op bestaande uit € 23 aan verschuldigde parkeerbelasting en € 54 aan kosten.
Rechtbank 's-Gravenhage oordeelt dat het uurtarief van € 23 dat de gemeente bij de naheffingsaanslag in rekening heeft gebracht buiten proportioneel is en in strijd met de wet. Het tarief waarop de gemeente doelt, is het tarief voor een dagkaart voor vergunninghoudersplaatsen. Dit tarief bedraagt zowel per uur als per dag € 23. Een dergelijke tariefstelling past niet in het systeem van de wet, aldus de rechtbank, en is in strijd met art. 234 Gemeentewet. Verder is het niet verenigbaar met andere tarieven in de gemeente Delft. Verder maakt de bebording ter plaatse niet duidelijk dat het op vergunningsplaatsen alleen mogelijk is om met een dagkaart te parkeren en niet tegen betaling van een tijdsduurafhankelijk uurtarief. De rechtbank merkt ook nog op dat de parkeerregulering en de parkeerbelastingen in de gemeente op zijn zachtst gezegd niet goed en duidelijk zijn geregeld, maar verbindt hieraan in deze zaak nog geen consequenties. Het beroep van X is gegrond, de naheffingsaanslag wordt verminderd naar € 56,50 (€ 2,50 parkeerbelasting en € 54 aan kosten).
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Instantie: Rechtbank 's-Gravenhage
Editie: 24 januari