Naar het oordeel van het kabinet is een bedrag van € 4,50 per uur nog steeds een ruimhartige invulling van het in ieder geval nog voldoen aan het criterium "niet bij wijze van beroep". Daarbij dient te worden bedacht dat het hier gaat om een ter honorering van de verrichte arbeid verstrekte uurvergoeding. Daarnaast mogen de gemaakte kosten nog afzonderlijk worden vergoed.
Ingevolge de vrijwilligersregeling worden personen die als vrijwilliger uitsluitend vergoedingen en verstrekkingen ontvangen met een gezamenlijke waarde van ten hoogste € 150 per maand en € 1500 per kalenderjaar, niet als werknemer beschouwd. Onder een vrijwilliger wordt verstaan degene die niet bij wijze van beroep arbeid verricht voor een organisatie of lichaam. Het kabinet heeft in 2006 een nadere invulling gegeven aan dit criterium. Dit houdt in dat bij iemand die (ter honorering van de verrichte arbeid) een vergoeding per uur ontvangt, er in ieder geval geen sprake is van het bij wijze van beroep verrichten van arbeid als die uurvergoeding niet hoger is dan € 4,50. Dit bedrag is 80 procent van het destijds geldende wettelijke minimumloon.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Loonbelasting
Regelgevende instantie: Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Editie: 22 april