Rechtbank Leeuwarden overweegt dat één navorderingsaanslag vanwege verzwegen Van Lanschot- bankrekeningen niet voldoende voortvarend is opgelegd. Deze aanslag wordt vernietigd.
Aan belanghebbende X zijn (navorderings)aanslagen inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen opgelegd met boeten. De dagtekening van de aanslagen IB/PVV 2002 is 28 december 2007 en de dagtekening van de navorderingsaanslagen IB/PVV 2001, 2003 en 2004 is 5 december 2008. De navorderingsaanslagen zijn opgelegd omdat volgens de inspecteur uit hem ter beschikking staande informatie blijkt dat X of haar echtgenoot over een verzwegen bankrekening bij de bank Van Lanschot Bankiers in Luxemburg beschikt. X en haar echtgenoot ontkennen dit. Volgens de inspecteur heeft X niet aan de informatieverplichting van art. 47 AWR voldaan en is hij genoodzaakt om bij het opleggen van de aanslagen van geschatte bedragen uit te gaan. De echtgenoot van X is in 2007 overleden. X komt in beroep.Rechtbank Leeuwaren overweegt dat betreffende de navorderingsaanslag over het jaar 2001, waarbij de verlengde navorderingstermijn is toegepast, de noodzaak ontbrak de vaststelling van die navordering aan te houden. Deze aanslag is niet voortvarend genoeg opgelegd en wordt, samen met de bijbehorende boetebeschikking, vernietigd. De overige navorderingsaanslagen berusten op een redelijke schatting en worden gehandhaafd. De boeten worden vanwege overschrijding van de redelijke termijn met 20% gematigd.
0