Hof Arnhem overweegt dat X geen recht heeft op een hogere ziektekostenaftrek en dat X geen onredelijk gebruik van haar procesrecht heeft gemaakt. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).
Belanghebbende, X, heeft met behulp van de zogenoemde invulservice van de Belastingdienst aangifte inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over het jaar 2006 gedaan. In deze aangifte is wegens ziektekosten in totaal een bedrag van € 3768 als persoonsgebonden aftrek opgevoerd. X maakt bezwaar tegen de vaststelling van het verzamelinkomen aan de hand waarvan de aanslag over 2006 is opgelegd. De inspecteur wijst dit af. X wordt in een procedure over het belastingjaar 2005 door het hof in het gelijk gesteld omtrent de dieetkosten die zij mag aftrekken. Naar aanleiding daarvan verklaart Rechtbank Arnhem het beroep van X tegen de vastgestelde aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over het jaar 2006 gegrond. Ook in 2006 mag X een aftrekpost meenemen voor een lactosebeperkt dieet vermeerderd met een verhogingspercentage. X komt in hoger beroep. In geschil is of het verzamelinkomen 2006 correct is vastgesteld. De inspecteur stelt zich op het standpunt dat X, door hoger beroep in te stellen, kennelijk onredelijk gebruik heeft gemaakt van haar procesrecht en moet worden veroordeeld in de proceskosten.Hof Arnhem (MK II, 4 oktober 2011, 11/00240) overweegt dat de inspecteur betreffende het lactosebeperkte dieet een correct bedrag aan dieetkosten in aanmerking heeft genomen. X heeft niet aannemelijk gemaakt dat (deze) ziektekosten, dan wel andere persoonsgebonden aftrekposten, niet - of tot een te laag bedrag - in aanmerking zijn genomen. Het verzoek van de inspecteur om X te veroordelen in de proceskosten wordt verworpen. Het feit dat zij haar stelling, dat buitengewone uitgaven tot een te laag bedrag in aanmerking zijn genomen, niet aannemelijk heeft kunnen maken, noch het feit dat zij een, naar het oordeel van het hof, te summier verzoek om uitstel van de zitting heeft gedaan, zijn op zichzelf noch tezamen voldoende om te kunnen stellen dat X kennelijk onredelijk gebruik heeft gemaakt van haar procesrecht. Het hoger beroep van X is ongegrond. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).
2