Hof 's-Hertogenbosch oordeelt in hoger beroep dat de inspecteur in redelijkheid aan de schatting ten grondslag heeft gelegd dat de heer X zich bedrijfsmatig heeft ingelaten met het witwassen van drugsgelden. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).
Aan de heer X is in 2003 een ambtshalve ib/pvv-aanslag over 2001 opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 40.000, zijnde zogenaamd fictief loon van X als dga, en een verzuimboete van € 567 wegens het niet doen van de vereiste aangifte. In 2006 worden X, zijn zoon en de voormalige gemachtigde in (voorlopige) hechtenis genomen op verdenking van betrokkenheid bij drugshandel en witwassen. In de beroepsfase laat de inspecteur zijn stelling dat sprake is van fictief loon vallen, en beroept zich op interne compensatie met als argument dat X (illegale) winst uit onderneming heeft genoten. Rechtbank Breda vermindert de boete tot € 226 en verklaart het beroep van X voor het overige ongegrond. X gaat in hoger beroep.Hof 's-Hertogenbosch (MK I, 11 augustus 2011, 09/00697) oordeelt dat de inspecteur in redelijkheid aan de schatting ten grondslag heeft gelegd dat X zich bedrijfsmatig heeft ingelaten met het witwassen van drugsgelden. De aanslag berust niet op een willekeurige schatting. Volgens het hof heeft X niet het van hem verlangde overtuigende bewijs geleverd dat - en in hoeverre - de uitspraak op bezwaar onjuist is. Hij is hierbij niet in zijn bewijsvoering belemmerd omdat hij de beschikking heeft kunnen krijgen over de in deze zaak van belang zijnde stukken. Sinds het opleggen van de boete tot de onderhavige uitspraak zijn bijna acht jaren verstreken. Ook als rekening wordt gehouden met de processuele trainering door X, dan nog is de redelijke berechtingsduur overschreden. Gelet echter op het geringe bedrag van de boete blijft deze in stand, met daarbij slechts de constatering dat de redelijke termijn is overschreden. Het beroep van X is ongegrond. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Hoge Raad

Editie: 12 september

7

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen