Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de inspecteur de belastingplichtige niet hoeft te waarschuwen voordat hij omkering en verzwaring van de bewijslast gaat toepassen. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).
Belanghebbende, X, drijft samen met zijn vader twee pizzeria's in de vorm van twee vennootschappen onder firma. De pizzeria's zijn zeven dagen per week open van 11.00 tot 23.00 uur. Tijdens een aantal waarnemingen ter plaatse constateert de belastingdienst dat X niet voldoet aan de verplichtingen van art. 28, lid 1, letter f, Wet LB 1964. Tevens blijkt dat X niet alle administratieve vastleggingen heeft bewaard. De inspecteur legt onder meer naheffingsaanslagen loonheffing aan X op, berekend naar het zogeheten anoniementarief. Verder past de inspecteur aan de hand van cijfers van het bedrijfschap Horeca en Catering een winstcorrectie toe van f 50.000 (€ 22.689,01). Deze winstcorrectie is in geschil. Rechtbank Breda acht de winstcorrectie terecht, maar oordeelt dat goed koopmansgebruik met zich meebrengt dat X een voorziening mag vormen voor de verschuldigde loonbelasting voor een bedrag van f 663.972 (€ 301.297,40). De rechtbank stelt het verlies van X vast op f 499.517 (€ 226.670,90).Hof 's-Hertogenbosch (MK I, 30 september 2011, 10/00023) oordeelt dat de inspecteur de belastingplichtige niet hoeft te waarschuwen voordat hij omkering en verzwaring van de bewijslast gaat toepassen. Het hof overweegt dat een kennisgeving vooraf alleen aan de orde kan zijn wanneer het gaat om de nakoming van specifiek door de inspecteur gestelde eisen. Deze uitzondering doet zich volgens het hof niet voor bij een zo grove schending van de administratieplicht als waarvan hier sprake is. X moet zich van deze schending bewust zijn geweest. Verder volgt het hof de beslissing van de rechtbank. De rechtbankuitspraak wordt wel vernietigd omdat de rechtbank verzuimd heeft om X alsnog ontvankelijk in zijn bezwaar te verklaren. In zoverre is het hoger beroep van X gegrond. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).
3