Hof Amsterdam staat geen aftrek toe voor een lening die X aan zijn bv heeft verstrekt. De bv is in 2004 failliet gegaan. Volgens het hof is namelijk niet uit te sluiten dat de lening volledig is afgelost.
Belanghebbende, X, leent circa € 295.000 van de bank en leent dit door aan zijn bv. De bv wordt in 2004 failliet verklaard. Bij de afwikkeling van zijn IB-aangifte 2006 stelt X dat er nog rekening moet worden gehouden met de verrekenbare verliezen van de jaren 2003 en 2004 in verband met de afwaardering van de vordering op de bv. Volgens X moet op grond van de foutenleer de verliesverrekening in 2006 plaatsvinden. Rechtbank Haarlem oordeelt dat niet is komen vast te staan dat X direct voorafgaand aan de faillietverklaring van de bv nog een vordering op de bv had. De rechtbank overweegt daarbij onder andere dat X de vordering niet ter verificatie bij de curator heeft ingediend. De aanslag blijft in stand.Hof Amsterdam oordeelt dat X er niet in is geslaagd te bewijzen dat hij nog een vordering op zijn bv had. Het hof overweegt hierbij dat is komen vast te staan dat de bv op de lening heeft afgelost, maar dat onduidelijk is op welke wijze is afgelost. Volgens het hof is het dan niet uit te sluiten dat de lening vóór 1 januari 2006 geheel was afgelost. Het hof acht daarbij onder andere van belang dat X de lening niet in zijn IB-aangifte over de jaren 2003 en later heeft opgenomen. Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Hof Amsterdam
Editie: 13 september
3