Belanghebbende, X, is eigenaar van een woning waarvan de WOZ-waarde door de gemeente Rheden is vastgesteld op € 655.000. Een gemachtigde dient een bezwaarschrift in dat vergezeld gaat van een taxatierapport met daarin een waarde van € 540.000. De heffingsambtenaar verlaagt de waarde tot € 567.000. In geschil is de hoogte van de bezwaarkostenvergoeding. De gemeente heeft bij de kosten van rechtsbijstand rekening gehouden met een wegingsfactor van 0,25 (zeer lichte zaak) en heeft bij de deskundigenbijstand zowel het aantal uren (3 in plaats van 5) als het uurtarief (€ 40,61 inclusief in plaats van € 80 exclusief btw) gematigd.Hof Arnhem oordeelt dat de gemeente veel te karig is geweest bij het berekenen van de bezwaarkostenvergoeding. De gemeente heeft ten onrechte een wegingsfactor van 0,25 in plaats van 1 toegepast en ten onrechte geen punt toegekend voor het bijwonen van een hoorzitting. Voor deskundigenbijstand acht het hof een uurtarief van € 50 exclusief btw redelijk en een tijdsbesteding van vier uren. Het hof verwerpt het standpunt van de gemeente dat voor de proceskostenvergoeding een wegingsfactor van 0,25 volstaat omdat alleen nog de hoogte van de bezwaarkostenvergoeding in geschil was. De stelling van de gemeente mag in het algemeen juist zijn, in dit geval ligt een wegingsfactor van 1 meer voor de hand gelet op de veelheid aan argumenten die de gemeente naar voren heeft gebracht. Ambtshalve overweegt het hof dat de rechtbank onterecht de hoogte van de proceskostenvergoeding heeft verminderd met de reeds aan X uitbetaalde kosten. Dit is niet juist. In zoverre vernietigt het hof de rechtbankuitspraak.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Instantie: Hof Arnhem
Editie: 17 september