Rechtbank Arnhem oordeelt dat het bij zand- en grindwinning niet in de heffing betrekken van lozingen door drijvende vaartuigen en het wel in de heffing betrekken van lozingen door landinstallaties in strijd is met het gelijkheidsbeginsel. Er is sprake van een begunstigend beleid van het Bureau verontreinigingsheffing rijkswateren.
X bv houdt zich bezig met de winning en groothandel in zand en grind. Voor het bewerken maakt X bv gebruik van water dat is opgepompt uit de I (het proceswater). Dit water wordt na gebruik weer afgevoerd in de I. Het afgevoerde water bevat zuurstofbindende en andere stoffen. Voor het terugbrengen van het proceswater legt het Bureau verontreinigingsheffing rijkswateren X bv de in geschil zijnde aanslagen verontreinigingsheffing rijkswateren op. X bv stelt in beroep onder meer dat de I geen rijkswater is.Rechtbank Arnhem oordeelt dat voor de toepassing van de verontreinigingsheffing rijkswateren het in geding zijnde oppervlaktewater geacht wordt in open verbinding met een rijkswater te staan. De aanslagen zijn daarom in beginsel terecht aan X bv opgelegd. Toch worden de aanslagen vernietigd omdat de rechtbank het bij zand- en grindwinning niet in de heffing betrekken van lozingen door drijvende vaartuigen en het wel in de heffing betrekken van lozingen door landinstallaties in strijd acht met het gelijkheidsbeginsel. Er is sprake van een begunstigend beleid van het Bureau verontreinigingsheffing rijkswateren. Het beroep van X bv is gegrond.
18