De Hoge Raad oordeelt dat bij verandering van gemengd gebruik naar van omzetbelasting vrijgesteld gebruik (als ondernemer), herziening van de bijdrage van het btw-compensatiefonds moet plaatsvinden. Het achterwege blijven van de herziening zou ertoe leiden dat op de verhuurde gedeelten van het stadskantoor geen omzetbelasting zou 'drukken', hetgeen niet de bedoeling is van de herzieningsregeling.
De gemeente Middelburg (belanghebbende) neemt in 2004 een in haar opdracht gebouwd stadskantoor in gebruik. Zij verricht voor de omzetbelasting zowel ondernemingsactiviteiten (belaste en vrijgestelde prestaties) als activiteiten als overheid. Het stadskantoor wordt bij ingebruikneming voor zowel overheidsactiviteiten (93%) als voor belaste prestaties (6%) als voor vrijgestelde prestaties (1%) gebruikt. Voor het stadskantoor is een bijdrage ontvangen uit het btw-compensatiefonds van 93% van de op de bouw drukkende omzetbelasting. De aan de belastbare activiteiten toerekenbare omzetbelasting brengt zij in aftrek. In 2006 gaat belanghebbende gedeelten van het stadskantoor, en wel vrijgesteld van btw, verhuren, vanaf 26 januari 2007 gevolgd door nog een ander gedeelte. De verhuurde gedeeltes werden voordien door belanghebbende gebruikt voor haar overheidsprestaties. In verband met de verschuiving van het gebruik van deze gedeelten herziet de inspecteur een deel van de verleende compensatie en wordt een bedrag teruggevorderd. Belanghebbende maakt hiertegen vergeefs bezwaar. Rechtbank 's-Gravenhage stelt haar in beroep echter in het gelijk. De staatssecretaris stelt met instemming van belanghebbende sprongcassatie in. In cassatie is in geding of art. 8 lid 4 Uitv.reg. bcf in de weg staat aan terugvordering.De Hoge Raad oordeelt dat bij verandering van gemengd gebruik naar van omzetbelasting vrijgesteld gebruik (als ondernemer), herziening van de bijdrage van het btw-compensatiefonds moet plaatsvinden. Het achterwege blijven van de herziening zou er namelijk toe leiden dat op de verhuurde gedeelten van het stadskantoor geen omzetbelasting zou 'drukken', hetgeen niet de bedoeling is van de herzieningsregeling. De Hoge Raad verklaart het cassatieberoep van de staatssecretaris gegrond en verklaart het beroep van X alsnog ongegrond.

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting

Instantie: Hoge Raad

Editie: 21 september

15

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen