Rechtbank Arnhem oordeelt dat het lagere overdrachtsbelastingtarief van 2% niet hoeft te worden toegepast op verkrijgingen van woningen vóór 15 juni 2011. Dit geldt ook voor X die op 10 juni 2011 een woning verkreeg. Volgens de rechtbank is er geen strijd met het gelijkheidsbeginsel.
Belanghebbende, X, verkrijgt op 10 juni 2011 een woning. De overdrachtsbelasting van 6% (€ 21.450) wordt op 6 juli 2011 voldaan. X stelt dat hij ook recht heeft op toepassing van het tarief van 2% dat op grond van een persbericht en een besluit van de staatssecretaris van 1 juli 2011 geldt voor verkrijgingen vanaf 15 juni 2011. Volgens X is de beperking van de terugwerkende kracht in strijd met het gelijkheidsbeginsel.Rechtbank Arnhem oordeelt dat er ten aanzien van de leveringen van woningen van (kort) voor 15 juni 2011 en gevallen waarin de woning is geleverd op of na 15 juni en vóór 1 juli 2011 sprake is van gelijke gevallen. Volgens de rechtbank was in al die gevallen voorafgaand aan de overdracht de wetswijziging nog niet aangekondigd en was het tarief van de overdrachtsbelasting op het tijdstip van de levering 6%. Verder acht de rechtbank nog van belang dat in al deze gevallen de koopovereenkomsten ruim voor 15 juni 2011 waren gesloten. Een en ander kan X echter niet baten omdat de beslissing van de wetgever om de wetswijziging niet verder terug te laten werken dan tot 15 juni 2011 niet van redelijke grond is ontbloot. Het gelijk is aan de inspecteur.

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van rechtsverkeer

Instantie: Rechtbank Arnhem

Editie: 28 september

5

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen