Rechtbank Breda oordeelt dat de inspecteur de aftrek aan partneralimentatie terecht heeft beperkt tot het bedrag dat X op grond van rechtelijke uitspraak verplicht is aan zijn ex-partner te betalen. Er is geen sprake van opgewekt vertrouwen op grond van het feit dat tijdens de ‘hulp bij aangifte' een hoger bedrag in de aangifte is opgevoerd.
Belanghebbende, X, woont in 2009 in Nederland. X is afkomstig uit Ethiopië. Zijn ex-echtgenote en hun zoon die in 2003 geboren is, wonen in Ethiopië. X is in 2003 gescheiden. X is door een Ethiopische rechtbank veroordeeld tot betaling van 1/3e van zijn netto WAO-uitkering aan de ex-echtgenote aldaar, mede voor hun zoon. X doet in maart 2010 door middel van de hulp-bij-aangifteservice van de Belastingdienst aangifte IB over 2009. In de aangifte is een aftrekpost aan betaalde alimentatie opgenomen van € 11.200. In april 2010 doet X opnieuw aangifte over 2009 en trekt dan naast € 11.200 aan alimentatie, € 1.160 af als levensonderhoud van een kind en € 3.535 aan specifieke zorgkosten. Als de inspecteur X vraagt de aftrekpost van € 11.200 te onderbouwen leidt dat er in de bezwaarfase toe dat X aannemelijk maakt dat hij € 5.000 heeft overgemaakt naar Ethiopië. De inspecteur rekent daarvan € 3.900 toe als alimentatie aan de ex-echtgenote en € 1.100 als (niet aftrekbare) onderhoudskosten voor de zoon.Rechtbank Breda volgt de inspecteur in zijn berekening. De alimentatie voor de zoon is niet aftrekbaar nu X daarvoor geen recht op kinderbijslag heeft op grond van artikel 7b AKW. En voor zover X meer heeft betaald dan € 5.0000, heeft hij niet aannemelijk gemaakt dat dit een betaling is op grond van een uit het familierecht voortvloeiende verplichting. De rechtbank oordeelt daarna dat er geen sprake is van opgewekt vertrouwen op grond van het feit dat tijdens de ‘hulp bij aangifte' een hoger bedrag in de aangifte is opgevoerd. Volgens X heeft hij aan de aangiftemedewerker opgegeven dat hij € 5.000 heeft betaald maar heeft de medewerker daar € 11.200 van gemaakt. Dit leidt niet tot opgewekt vertrouwen omdat al bij het invullen van de aangifte bij X sprake is van een voor X kenbare fout. X had dat zelf kunnen en moeten corrigeren, aldus de rechtbank. Weliswaar beheerst X de Nederlandse taal niet goed, maar van hem mag wel worden verwacht dat hij de juistheid van de in zijn aangifte vermelde bedragen controleert. Het bedrag van € 11.200 is ook zo veel hoger dan het werkelijk betaalde bedrag dat het verschil X direct moet opvallen. De rechtbank verklaart het beroep van X ongegrond.

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Rechtbank Breda

Editie: 8 oktober

0

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen