Hof 's-Gravenhage verklaart het wrakingsverzoek van X niet-ontvankelijk nu op het moment van het wrakingsverzoek nog geen lid van het hof met de behandeling van de zaken is belast.
Belanghebbende, X, stelt bij Hof 's-Gravenhage hoger beroep in tegen twee uitspraken van Rechtbank 's-Gravenhage. Het ene hoger beroep is voor hemzelf ingediend en het andere heeft hij ingesteld namens mevrouw Y. Op 12 maart 2012 verleent de griffier van het hof op verzoek van X inzage in de procesdossiers. Bij de inzage verzoekt X om kopieën van een aantal stukken. Vervolgens verzoekt X per faxbericht van 27 maart 2012 om wraking van mr. J.W. Knobelsdorff, lid van Hof 's-Gravenhage. Op 10 april 2010 stuurt de griffier van het hof X de gevraagde kopieën toe. Op 13 april 2012 ontvangt het hof deze stukken retour.Hof 's-Gravenhage verklaart het wrakingsverzoek van X niet-ontvankelijk nu nog geen lid van het hof met de behandeling van de zaken is belast. De wrakingskamer verwijst in dit verband naar het arrest van de Hoge Raad van 14 oktober 2011, nr. 11/04033, LJN: BT7474.

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Hof 's-Gravenhage

Editie: 9 oktober

0

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen