Hof 's-Gravenhage oordeelt dat X geen bezwaar kan maken tegen de verhoging van de OZB-tarieven door de gemeenteraad. Het hof verwijst naar art. 8:2 juncto art. 7:1 van de Awb. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).
Belanghebbende, X, is eigenaar van een twee-onder-één-kapwoning uit 1995 gelegen in de gemeente Capelle aan den IJssel. In geschil is de WOZ-waarde 2010 die door de heffingsambtenaar bij voor bezwaar vatbare beschikking is vastgesteld op € 412.000. Verder meent X dat de gemeente ten onrechte heeft besloten tot verhoging van de OZB-tarieven.Hof 's-Gravenhage (EK VII, 20 juli 2011, BK-11/00123) oordeelt dat X geen bezwaar kan maken tegen de verhoging van de OZB-tarieven door de gemeenteraad. Het hof verwijst naar art. 8:2 juncto art. 7:1 van de Awb. Om dezelfde reden falen ook de grieven van X tegen het bepaalde in de verordening rioolheffing. Verder oordeelt het hof dat de heffingsambtenaar voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de WOZ-waarde 2010 niet op een te hoog bedrag is vastgesteld. Het hof neemt daarbij in aanmerking dat twee referentiewoningen, die goed vergelijkbaar zijn, kort vóór de waardepeildatum 1 januari 2009 zijn verkocht. De heffingsambtenaar heeft met de negatieve aspecten van de woning van X voldoende rekening gehouden door een prijs per m³ te hanteren die ruimschoots onder de gemiddelde prijs per m³ ligt. Het hoger beroep van X is ongegrond. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Belastingen van lagere overheden

Instantie: Hoge Raad

Editie: 9 oktober

0

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen