Hof Amsterdam beslist dat de inspecteur ook te lage correcties in verband met een KB-Lux-bankrekening moet onderbouwen. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

Belanghebbenden, de erven X, gaan in beroep tegen de navorderingsaanslagen inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen opgelegd voor de jaren 1992 tot en met 2001, tegen de aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 2002 alsmede tegen de navorderingsaanslagen in de vermogensbelasting voor de jaren 1993 tot en met 2000. De aanslagen zijn opgelegd omdat hun in mei 2004 overleden vader een verzwegen bankrekening bij de KB-Lux had aangehouden. Rechtbank Haarlem verklaart het beroep gegrond. De inspecteur komt in hoger beroep. Hof Amsterdam (MK I, 4 augustus 2011, 07/00722 t/m 07/00740) overweegt dat de omstandigheid dat de erfgenamen niet op de hoogte waren van een materiële schuld van de erflater, de inspecteur niet hoefde te beletten die schuld na het overlijden van de erflater door het opleggen van één of meer aanslagen te formaliseren. De navorderingsaanslagen zijn aan hen opgelegd in hun hoedanigheid van erfgenamen van de vader. Vervolgens overweegt het hof dat de bewijslast moet worden omgekeerd. De erven X bewijzen niet in hoeverre de navorderingsaanslagen onjuist zijn. Toepassing van art. 27e AWR ontslaat de inspecteur niet van zijn verplichting voor de feitelijk toegepaste correctie een onderbouwing te geven. De enkele omstandigheid dat de toegepaste correctie als gevolg van een fout lager is dan de bij het Rekeningenproject op een schatting gebaseerde standaardcorrectie, kan niet als een zodanige onderbouwing worden aanvaard. Het hof zoekt voor de beoordeling van de navorderingsaanslagen aansluiting bij de saldi zoals deze blijken uit de ingebrachte Staat van tegoeden. Het beroep inzake de navorderingsaanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 1999 is gegrond. De inspecteur moet de navorderingsaanslagen inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor de jaren 2001 en 2002 en de vermogens als heffingsgrondslag voor de navorderingsaanslagen vermogensbelasting voor de jaren 1993 tot en met 2000 berekenen, met inachtneming van hetgeen is overwogen in deze uitspraak. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting

Instantie: Hoge Raad

Editie: 9 oktober

0

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen