Volgens Hof Amsterdam heeft X bv een uitdeling aan haar dga gedaan door de huurdersinvesteringen naar nihil af te waarderen en geen vergoeding te bedingen bij het einde van de huurovereenkomst.
Belanghebbende, X bv, huurt enkele panden van haar dga (A). In de huurovereenkomst wordt opgenomen dat A, bij het einde van de huurovereenkomst, een vergoeding zal betalen voor met zijn toestemming aangebrachte verbeteringen en nieuwbouw. Per 1 april 2002 wordt de huurovereenkomst beëindigd. A betaalt vervolgens € 153.020 (de balanswaarde) voor de verbouwingen die in 1981 zijn uitgevoerd. Voor de verbouwingen die in de jaren 1985-1988 zijn uitgevoerd, en die voor € 445.345 op de balans staan, betaalt hij geen vergoeding. X bv waardeert de investeringen in het boekjaar 2001-2002 af naar nihil. De inspecteur is van mening dat er sprake is van een uitdeling en accepteert de afwaardering niet.Hof Amsterdam oordeelt dat er sprake is van een uitdeling van de BV aan A. Het Hof overweegt hierbij dat X bv – uitgaande van zakelijke verhoudingen – een vergoeding van € 283.385 voor de investeringen zou hebben bedongen. Het hof vermindert de aanslag.

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Vennootschapsbelasting

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 9 oktober

0

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen