Hof Arnhem acht de WOZ-waarde van € 1.325.000 niet te hoog voor het NSW-landgoed van X.
X is eigenaar en gebruiker van een vrijstaand landhuis met parkeerkelder, paardenstal, zomerhuis, houtopslag en hooiloods. De onroerende zaak die is gelegen in de gemeente De Bilt maakt deel uit van een landgoed dat is gerangschikt onder de Natuurschoonwet 1928. In geschil is de WOZ-waarde 2010 die door de gemeente op € 1.325.000 is vastgesteld.Volgens Hof Arnhem heeft de heffingsambtenaar van de gemeente De Bilt de WOZ-waarde van het landgoed van X niet te hoog vastgesteld. Het hof stelt vast dat tussen partijen de waarde van de bijgebouwen (€ 185.000) en de waarde van de ondergrond (€ 393.000) niet in geschil is. Verder staat X een waarde van het woongedeelte voor van € 1.345.500, hetgeen de waarde van de onroerende zaak exclusief de parkeerkelder brengt op € 1.923.500. De heffingsambtenaar heeft de waarde van de onroerende zaak inclusief parkeerkelder - zonder rekening te houden met de instandhoudingsfactor - vastgesteld op € 2.138.000. Dit brengt mee dat als aan de parkeerkelder van 168 m² een waarde van ten minste € 214.500 – ofwel € 1.276 per m² – kan worden toegekend, de door de gemeente vastgestelde waarde niet te hoog is. Het hof acht voor de parkeerkelder een waarde van € 1.276 per m² niet te hoog. Daarbij neemt het hof in aanmerking dat deze waarde minder dan 40% bedraagt van de door X aan het woongedeelte toegekende waarde van € 3.250 per m². Het hoger beroep van X is ongegrond.
5