Rechtbank Haarlem oordeelt dat het Convenant tussen Nederland en de Nederlandse Antillen inzake de export en handhaving van sociale verzekeringsuitkeringen slechts is bedoeld om de betaling van uitkeringen niet te beperken en niet om het recht op uitkeringen uit te breiden.
De heer X1 en mevrouw X2 wonen beiden op Curaçao. Ze zijn ouder dan 65 jaar en krijgen een AOW-uitkering, die aldaar belast is. Tot juni 2011 krijgen ze iedere maand een tegemoetkoming van € 33,09 bruto per maand op grond van art. 33b AOW. Deze wordt per deze datum vervangen door de "koopkrachttegemoetkoming oudere belastingplichtigen" (kob-tegemoetkoming). X1 en X2 hebben hier volgens de SVB geen recht op, aangezien zij buitenlands belastingplichtig zijn en niet ten minste 90% van het wereldinkomen, na toepassing van regelingen ter voorkoming van dubbele belasting, in Nederland is belast. X1 en X2 beroepen zich op het Convenant tussen Nederland en de Nederlandse Antillen inzake de export en handhaving van sociale verzekeringsuitkeringen.Rechtbank Haarlem oordeelt dat het convenant slechts is bedoeld om de betaling van uitkeringen niet te beperken en niet om het recht op uitkeringen uit te breiden. Het betalen van een uitkering veronderstelt namelijk ook het recht op die uitkering. X1 en X2 zijn geen inwoners van Nederland, aangezien hieronder uitsluitend het in Europa gelegen deel van het Koninkrijk der Nederlanden moet worden verstaan. Het maakt niet uit dat de kosten van levensonderhoud op Curaçao hoger zijn dan in Nederland. De Wet mogelijkheid koopkrachttegemoetkoming oudere belastingplichtigen (Wmkob) kan voorts niet aan de Grondwet worden getoetst. De beroepen van X1 en X2 zijn ook voor het overige ongegrond.
1