Hof Arnhem oordeelt dat de fout in het dictum van de uitspraak een kennelijke fout is die de rechtbank mocht herstellen via een hersteluitspraak. Het hof beoordeelt in hoger beroep daarom enkel de hersteluitspraak.
X stelt beroep in tegen de WOZ-waarde van zijn woning. Rechtbank Utrecht verlaagt de waarde met € 7000 en veroordeelt de heffingsambtenaar van de gemeente Stichtse Vecht tot vergoeding van de door X gemaakte proceskosten voor een bedrag van € 208,25. Een kleine maand na de uitspraak geeft de rechtbank aan dat er sprake is van een kennelijke misslag in de uitspraak. In plaats van ‘de kosten van taxatie een bedrag van € 297,50' moet worden gelezen ‘de kosten van taxatie een bedrag van € 208,25'. Partijen ontvangen een gecorrigeerd exemplaar van de uitspraak.Hof Arnhem oordeelt dat de fout in het dictum van de uitspraak een kennelijke fout is die de rechtbank mocht herstellen via een hersteluitspraak. Hoewel de rechter in beginsel geen wijzigingen meer mag aanbrengen in een beslissing indien die beslissing aan partijen bekend is gemaakt, mogen fouten die zich voor eenvoudig herstel lenen (vgl. art. 31 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering) wel worden verbeterd (HR 3 februari 2012, nr. 10/05475, V-N 2012/9.9). In dit geval is sprake van een dergelijke kennelijke fout aangezien de rechtbank in de uitspraak zelf het juiste bedrag aan proceskosten heeft berekend, maar enkel in het dictum een schrijffout heeft gemaakt. Het hof beoordeelt in hoger beroep enkel de hersteluitspraak, verklaart het hoger beroep gegrond, verlaagt de WOZ-waarde met nog eens € 10.000 en verhoogt de proceskostenvergoeding voor het beroep in eerste aanleg met € 47,50.
1