Rechtbank 's-Gravenhage is van oordeel dat teruggaaf van btw moet worden verleend, omdat blijkt dat het prijsgeven van vorderingen niet op onzakelijke gronden plaatsvindt noch een voor verwezenlijking vatbaar gedeelte van vorderingen wordt prijsgegeven.
X bv houdt samen met C bv ieder de helft van de aandelen in E bv. In 2010 heeft X bv aan E bv beheersvergoedingen in rekening gebracht en de daarop drukkende btw op aangifte voldaan. Op 15 juni 2011 heeft X bv haar aandelen in E bv voor 1 euro overgedragen aan C bv. In dat kader krijgt C bv vanaf 1 april 2011 al recht op alle opbrengsten van die aandelen. Verder is afgesproken dat X bv al haar vorderingen op E bv kwijtscheldt. In geschil is of X bv recht heeft op teruggaaf van de over de beheersvergoedingen in rekening gebrachte btw.Rechtbank 's-Gravenhage is van oordeel dat dit het geval is, omdat uit niets is gebleken dat X bv met het prijsgeven van haar vorderingen op C bv onzakelijk heeft gehandeld of daarmee een nog voor verwezenlijking vatbaar gedeelte van haar vorderingen heeft prijsgegeven.

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting

Instantie: Rechtbank 's-Gravenhage

Editie: 17 oktober

0

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen