Hof Arnhem overweegt dat X geen recht heeft op aftrek kosten levensonderhoud van zijn zoon. X heeft niet aannemelijk gemaakt dat hij daadwerkelijk uitgaven voor zijn zoon heeft gedaan.
Belanghebbende X is gehuwd met Y. Samen hebben zij drie kinderen waaronder een inwonende zoon. Y drijft samen met deze zoon in firmaverband een onderneming. In zijn aangifte inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over het jaar 2007 heeft X betreffende deze zoon een bedrag van € 2640 in aftrek gebracht wegens uitgaven voor levensonderhoud van een kind jonger dan 30 jaar. De inspecteur heeft bij het opleggen van de aanslag de aftrek geweigerd. De rechtbank verklaart het beroep van X ongegrond. X komt in hoger beroep.Hof Arnhem overweegt in navolging van de rechtbank dat de inspecteur de aftrek terecht heeft geweigerd. X heeft namelijk niet aannemelijk gemaakt, bijvoorbeeld door het overleggen van bankafschriften, dat hij daadwerkelijk uitgaven heeft gedaan voor het levensonderhoud van de zoon. Reeds hierom heeft X geen recht op deze aftrekpost. Het hoger beroep is ongegrond.

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Hof Arnhem

Editie: 22 oktober

0

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen