Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat X een voorziening kan vormen voor de opgelegde LB-naheffingsaanslag. Dit wordt echter tegengegaan door interne compensatie.
Belanghebbende, X, zet in 2004 een klussenbedrijf op. De onderneming wordt in de vorm van een vof gedreven. De overige firmanten zijn allen afkomstig uit Polen. De inspecteur stelt een onderzoek bij X in en is van mening dat de Polen niet als firmanten kunnen worden aangemerkt en dat X als inhoudingsplichtige moet worden aangemerkt. De inspecteur legt een LB-naheffingsaanslag van € 107.975 op aan X. X is het niet eens met de naheffingsaanslag. Hij vormt vervolgens wel een voorziening € 107.975 voor de naheffingsaanslag. De inspecteur accepteert de voorziening echter niet, en corrigeert de IB-aangifte 2004.Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat X een voorziening mag vormen voor de opgelegde LB-naheffingsaanslag. Het hof merkt vervolgens op dat X slechts een voorziening van € 41.975 (€ 107.975 -/- € 66.000) kan vormen. X stelt namelijk dat als de naheffingsaanslag – waar hij beroep tegen ingesteld heeft – in stand blijft, hij deze voor € 66.000 zal verhalen op de Polen. Dit heeft echter geen gevolgen omdat de inspecteur zich met succes beroept op interne compensatie. X heeft ter zake van de inkomsten uit het klussenbedrijf namelijk niets in zijn aangifte opgenomen. Volgens het hof maakt de inspecteur aannemelijk dat X voor tenminste € 41.975 aan inkomsten uit het klussenbedrijf heeft genoten. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd en het hoger beroep van X wordt ongegrond verklaard.
0