Hof Arnhem oordeelt na verwijzing dat de gemeente Meppel ook voor het aanmeren van het schip door X op een losplaats in de Drentsche Hoofdvaart geen binnenhavengeld mag heffen.
X bevaart in de periode 22 februari tot en met 1 maart 2002 met een vrachtschip het Meppelerdiep en de Drentsche Hoofdvaart. X bezoekt met zijn schip een op- en overslagbedrijf dat is gelegen aan de Drentsche Hoofdvaart. Het schip nadert telkens vanuit de richting Zwartsluis en vertrekt na het bezoek aan het bedrijf de richting vanwaar het gekomen is. Op de heen- of terugvaart maakt het vrachtschip een keerbeweging en vaart daartoe een tiental meters de Wachthaven of de Sethehaven van de gemeente Meppel in. Deze keerbeweging vergt telkens ongeveer vijf minuten. De Wachthaven en de Sethehaven zijn in onderhoud of beheer bij de gemeente Meppel en behoren tot de voor de openbare dienst bestemde wateren. X betaalt voor de hierboven omschreven keerbewegingen geen binnenhavengeld op aangifte. In geschil is de naheffingsaanslag binnenhavengeld die de gemeente Meppel aan X heeft opgelegd. De Hoge Raad oordeelt dat de gemeente Meppel voor de enkele keerbewegingen die het vrachtschip van X heeft gedaan in het Meppelerdiep en de Drentsche Hoofdvaart geen binnenhavengeld mag heffen. Nu X met haar schip op een andere locatie wel heeft aangemeerd moet verwijzing volgen naar Hof Arnhem voor het beantwoorden van de vraag of deze locatie bij de gemeente Meppel in beheer of onderhoud was.Hof Arnhem oordeelt na verwijzing dat de gemeente Meppel ook voor het aanmeren van het schip door X op een losplaats in de Drentsche Hoofdvaart geen binnenhavengeld mag heffen. Nu de gemeente heeft erkend het water niet in onderhoud te hebben, is alleen in geschil of de gemeente het water in beheer heeft. Het hof acht dit niet aannemelijk en neemt hierbij in aanmerking dat de gemeente in het verweerschrift bij Hof Leeuwarden heeft ontkend het beheer te hebben. De vraag of de gemeente een genotsrecht wegens het gebruik van het havengebied kan heffen, beantwoordt het hof ontkennend. De gemeente heeft een aantal diensten genoemd waarop zij de heffing wenst te baseren, maar geen van deze diensten wordt genoemd in de tarieventabel. Heffing is dan niet mogelijk. Het hof verklaart het hoger beroep van X gegrond en vernietigt de naheffingsaanslag. Voor een bovenforfaitaire proceskostenvergoeding ziet het hof geen aanleiding.
0