De Hoge Raad oordeelt dat de nieuwe feitelijke gronden die de heer X aanvoert niet relevant zijn gezien de beperkte toetsing van het zuiver feitelijke oordeel van het hof. Deze nieuwe feitelijke gronden hadden eerder namelijk evenmin tot een ander oordeel kunnen leiden.
Aan de heer X is een IB-navorderingsaanslag opgelegd. Hof 's-Gravenhage verklaart het hoger beroep van X niet-ontvankelijk wegens het niet tijdig betalen van het griffierecht. Het hof acht de stelling van X dat de nota griffierecht per ongeluk aan de buren is uitgereikt niet aannemelijk, gelet op de bij TNT ingewonnen informatie. De Hoge Raad (13 mei 2011, nr. 10/03845, V-N 2011/25.9) oordeelt dat de belastingrechter bij ontvankelijkheidsvragen ook niet-bestreden stellingen ambtshalve moet onderzoeken. Het hof heeft juist gehandeld door onderzoek te doen naar de stelling van X, ook al was deze niet weersproken door de inspecteur. De beslissing van het hof is voorts voldoende gemotiveerd. De beslissing berust op een aan het hof voorbehouden waardering van de feiten en kan in cassatie niet op juistheid worden onderzocht. Bij arrest van 25 november 2011, nr. 11/02317, is een verzoek van X tot herziening als kennelijk ongegrond afgewezen. Bij arrest van 27 april 2012, nr. 11/02317, is het daartegen door X gedane verzet ongegrond verklaard. X dient thans een tweede herzieningsverzoek in.De Hoge Raad oordeelt dat de nieuwe feitelijke gronden die X hiertoe aanvoert niet relevant zijn gezien de beperkte toetsing van het zuiver feitelijke oordeel van het hof over de bezorging van de nota griffierecht. Deze nieuwe feitelijke gronden hadden eerder namelijk evenmin tot een ander oordeel kunnen leiden. Voor zover X thans gronden aanvoert die ook al naar voren zijn gebracht in zijn eerste herzieningsverzoek, brengt de onherroepelijkheid van die beslissing op dat verzoek mee dat die gronden niet tot herziening kunnen leiden. Het verzoek tot herziening wordt wederom afgewezen.
2