Of er sprake is van winst is afhankelijk van alle omstandigheden van het geval. Bij de afgifte van de VAR beoordeelt de Belastingdienst de door de aanvrager zelf aangeleverde informatie over zijn werkzaamheden in de komende periode in onderlinge samenhang. Die beoordeling is in lijn met de jurisprudentie. De Belastingdienst maakt bij de beoordeling van de VAR geen onderscheid tussen deeltijd- en voltijdondernemers. Vanwege het geringere aantal in de onderneming bestede uren en daardoor de vaak geringere omzet, zal het voor de deeltijdondernemer lastiger zijn om te voldoen aan de geldende vereisten voor het hebben van winst uit onderneming. Daarom zullen deeltijdondernemers minder snel een VAR WUO uitgereikt krijgen. Het kabinet ziet geen aanleiding voor wijziging van het fiscale ondernemersbegrip. Er zal een webmodule ontwikkeld worden waarmee aanvragers van een VAR meer inzicht krijgen in hoe de kwalificatie van de feiten en de omstandigheden tot stand komt. Doordat de kwalificatie transparanter wordt, kunnen (deeltijd)ondernemers zelf zien waarom hun werkzaamheden wel of niet als fiscaal ondernemerschap worden gekwalificeerd.
Brondocument
Inhoudsopgave van deze editie
Belastingdienst wees verzoek om ambtshalve herziening volgens ombudsman terecht af
De Nationale ombudsman oordeelt dat de Belastingdienst niet onbehoorlijk heeft gehandeld bij de afwijzing van het verzoek om ambtshalve vermindering over belastingjaar 2002.
Gerelateerde artikelen
Rechtsherstel voor te hoog vastgesteld inkomen uit sparen en beleggen
Rechtbank Den Haag oordeelt dat het belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van X en haar partner voor 2021 te hoog is vastgesteld. De rechtbank biedt rechtsherstel door het voordeel uit sparen en beleggen vast te stellen op het werkelijke rendement.
Geen verschoonbare termijnoverschrijding voor te laat ingediende keuze partiële buitenlandse belastingplicht
Hof Amsterdam oordeelt dat de keuze voor partiële buitenlandse belastingplicht te laat is ingediend, waardoor herziening niet meer mogelijk is. De aanslagen staan onherroepelijk vast en er is geen sprake van een verschoonbare termijnoverschrijding.
ChristenUnie: voer een tijdelijke vermogensbelasting in om problemen tegenbewijsregeling te voorkomen
Tweede Kamerlid Pieter Grinwis van de ChristenUnie pleit voor een tijdelijke vermogensbelasting van 1,2 procent om te voorkomen dat de Belastingdienst wordt opgezadeld met de uitvoering van een tegenbewijsregeling in box 3 waarvoor maar liefst 1757 fte nodig zijn. "Zet die mankracht alsjeblieft in voor het hervormen van het belasting- en toeslagenstelsel. Een vermogensbelasting is met een paar ambtenaren uit te voeren", zegt Grinwis in het Reformatorisch Dagblad.
Kennisgroepstandpunt: liquidatiepreferente aandelen vormen aparte soort in de zin van art. 4.7 Wet IB 2001
Aandelen waarvan de houder bij liquidatie of verkoop van de vennootschap als eerste het op die aandelen gestorte kapitaal terugkrijgt (liquidatiepreferente aandelen) vormen een aparte soort in de zin van art. 4.7 Wet IB 2001. Dit volgt uit een standpunt van de Kennisgroep aanmerkelijk belang.
Keuze voor partiële buitenlandse belastingplicht is te laat gemaakt
Hof Amsterdam oordeelt dat een keuze voor partiële buitenlandse belastingplicht alleen kan worden gemaakt en herzien zolang de aanslag nog niet onherroepelijk vaststaat. Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst op een recent arrest van de Hoge Raad.
Wet rechtsherstel box 3 niet van toepassing als berekening leidt tot hoger voordeel uit sparen en beleggen
Rechtbank Den Haag oordeelt dat de Wet rechtsherstel box 3 niet van toepassing is als deze leidt tot een hoger voordeel uit sparen en beleggen dan op grond van art. 5.2 Wet IB 2001.
Geen lagere IB-aanslag ondanks overheidssubsidies voor fossiele brandstoffen
Hof Amsterdam oordeelt dat X geen recht heeft op vermindering van zijn aanslag IB/PVV 2020, ondanks dat de overheid jaarlijks ongeveer 5% van de rijksbegroting zou besteden aan subsidiëring van fossiele brandstoffen.