In het wetsvoorstel stelt het kabinet voor om belangrijke stappen te zetten op weg naar een nieuw heffingssysteem bij aanslagbelastingen. De Belastingdienst en de belastingplichtige kunnen daarin de aanslag soepel herzien. Daarmee kan de juiste belastingschuld eenvoudiger worden vastgesteld, alsook aanzienlijk eerder.Voor de goedwillende belastingplichtige wordt de aanslagtermijn bekort en vervallen de navorderingsbevoegdheden of ze worden in de tijd beperkt. Voor belastingplichtigen die te kwader trouw zijn, wordt de navorderingstermijn fors verlengd. Herziening biedt een eigentijdse, eenvoudige en soepele wijze tot communiceren ten dienste van een juiste belastingheffing. Herziening is voor het eerst ingevoerd op 1 januari 2010 bij voorlopige aanslagen inkomstenbelasting. De ervaringen daarmee zijn positief.
In het nieuwe systeem staat de belastingschuld vast na afloop van de herzieningstermijn. De herzieningstermijn vangt aan bij de aangifte door de belastingplichtige. Zelfs al vóór het vaststellen van de aanslag kan de belastingplichtige aanvullende informatie doorgeven. Het kabinet staat een herzieningstermijn van 18 maanden voor ogen. In beginsel legt de inspecteur binnen drie maanden naar aanleiding van de aangifte de aanslag op. Uitgaande van een herzieningstermijn van 18 maanden, stelt het kabinet voor om de aanslagtermijn te bekorten tot 15 maanden na ontvangst van de aangifte. Dat is een aanzienlijke bekorting ten opzichte van de huidige aanslagtermijn van 3 jaar na het tijdstip van het ontstaan van de belastingschuld. Verder stelt het kabinet voor om bij kwade trouw de navorderingstermijn te verlengen tot 12 jaar na afloop van de herzieningstermijn.