X cv exploiteert een gebouwencomplex bestaande uit een voetbalstadion met de daarbij behorende voorzieningen (hierna: A). In A is ook een museum gevestigd van de voetbalclub die in het stadion zijn wedstrijden speelt. X cv verhuurt A aan derden voor het houden van sportwedstrijden en incidenteel voor optredens van uitvoerende kunstenaars. Verder verzorgt X cv tegen vergoeding rondleidingen (tours) in A. De tours bestaan uit een rondleiding door het complex en een bezoek aan het museum. Na afloop van de rondleiding kunnen deelnemers onbeperkt en zonder gids het museum bezoeken. In geschil is of de rondleidingen die X cv organiseert in A, vallen onder het verlaagde btw-tarief. De Hoge Raad beantwoordt deze vraag ontkennend. Het cassatieberoep van de staatssecretaris is gegrond en verwijzing volgt naar Hof 's-Gravenhage. Volgens het hof is het verlaagde tarief van 6% op de tours van toepassing. Het gelijk is aan X cv. De staatssecretaris komt voor de tweede keer in cassatie. Het middel komt op tegen het oordeel van het hof dat het karakter van A verandert in dat van een museum op het moment dat A wordt bezocht door het voor de tours betalende publiek. Volgens de Hoge Raad heeft het hof bij zijn oordeel een juiste definitie van het begrip museum tot uitgangspunt genomen (vgl. HR 11 april 2003, nr. 38086, BNB 2003/265). Echter, indien het hof aan zijn oordeel ten grondslag heeft gelegd dat de normale bedrijfsuitrusting in een gebouw als A gedurende de tijd dat het bedrijf stilligt, een collectie goederen is of kan zijn in de zin van het hiervoor vermelde arrest van de Hoge Raad getuigt het van een onjuiste rechtsopvatting. Als het hof is uitgegaan van de juiste rechtsopvatting, is onvoldoende gemotiveerd en onbegrijpelijk het oordeel van het hof dat A een ruimte is waarin een duurzaam samenhangende collectie goederen is bijeengebracht en uitgestald. Uit de uitspraak van hof wordt onvoldoende duidelijk namelijk waaruit die collectie zou bestaan. Het cassatieberoep is gegrond. De uitspraak van het hof wordt vernietigd. Volgt verwijzing naar Hof 's Hertogenbosch.
Wetsartikelen:
Wet op de omzetbelasting 1968 9 lid 2