Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de inspecteur de in 2016 ontvangen uitkering terecht tot de winst van 2016 heeft gerekend. Omdat X niet verplicht was om de vordering op zijn balans op te nemen, is geen sprake van een fout en is de foutenleer niet van toepassing.
X woont in België en exploiteert in Nederland een hoefsmederij. In 2010 treedt werknemer A in dienst bij X. X sluit in verband daarmee een ziekteverzuimverzekering af. In 2011 raakt A volledig arbeidsongeschikt in verband met een bedrijfsongeval. De verzekeraar weigert vervolgens uit te betalen omdat volgens hem sprake is van fraude. In 2016 wordt de verzekeraar veroordeeld tot het betalen van € 95.000 aan X. Volgens X behoort dit bedrag niet tot zijn winst in 2016, omdat sprake is van een balansfout die hersteld moet worden met toepassing van de foutenleer. Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de ontvangen vergoeding van de verzekeraar onderdeel is van de belastbare winst uit onderneming. X gaat in hoger beroep.
Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de inspecteur de in 2016 ontvangen uitkering terecht tot de winst van 2016 heeft gerekend. Op grond van goed koopmansgebruik stond het X vrij om in de jaren vóór 2016 op zijn balans een vordering op de verzekeraar op te nemen. Omdat de vordering op de verzekeraar vóór 2016 nog niet vaststond, bestond daartoe echter geen verplichting. Dit houdt dan ook in dat geen sprake is van een fout, zodat de foutenleer niet kan worden toegepast. Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.8
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Rubriek: Inkomstenbelasting
Editie: 24 mei
Informatiesoort: VN Vandaag