X is eigenaar van een zogeheten kerkleunwoning gelegen in de gemeente Grave. De woning dateert uit de 17e eeuw en is in 1987 geheel herbouwd. X bepleit verlaging van de WOZ-waarde 2014 van € 402.000 naar € 360.000. De woning heeft in 2014 te koop gestaan voor een bedrag van € 495.000.
Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat de gemeente de WOZ-waarde van de kerkleunwoning van X niet te hoog heeft vastgesteld. Juist omdat de woning een zeer uniek object is en zich niet eenvoudig met andere objecten laat vergelijken, heeft de heffingsambtenaar de vraagprijs als extra controlemiddel voor de waardebepaling in aanmerking mogen nemen. Weliswaar kan een vraagprijs niet aan de waarde ten grondslag worden gelegd maar het geeft wel een indicatie over de waarde die X de woning toedicht. Mede gelet op de eigen vraagprijs, is de vastgestelde WOZ-waarde niet te hoog. Het beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken
Instantie: Rechtbank Oost-Brabant
Editie: 2 november