Mevrouw X is verpleegkundige met een eenmanszaak. Haar activiteiten bestaan uit thuiszorg c.q. medische zorg aan huis. In mei 2013 verzoekt X om afgifte van een verklaring arbeidsrelatie winst uit onderneming (VAR wuo) voor dat jaar. In september 2013 krijgt X echter een VAR loon uit dienstbetrekking. In geschil is of dat terecht is. In geschil is primair of het beroep van X ontvankelijk is.
Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat X geen belang meer heeft bij deze procedure omdat het jaar waarop de VAR betrekking heeft inmiddels is verstreken. Uit HR 23 november 2012, nr. 11/00661, V-N 2012/60.12 volgt dat het beroep van X namelijk niet kan leiden tot een werkzame beschikking voor 2013. Dit is inherent aan het karakter van de regeling, zijnde het geven van zekerheid vooraf. De stelling van X dat zij toch een belang heeft gelet op haar verzoek om een proceskostenvergoeding, treft evenmin doel. In de bezwaarfase is geen kostenvergoeding toegekend, omdat het bezwaar is afgewezen. Een verzoek om een proceskostenvergoeding in de beroepsfase kan er als zodanig niet toe leiden dat X wel belang heeft bij deze procedure. Het beroep van X is niet-ontvankelijk.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.156
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting
Instantie: Rechtbank Noord-Holland
Editie: 8 december