Belanghebbende, X, is kraamverzorgster. Als de inspecteur de aan haar afgegeven beschikking over het jaar 2014 aangaande de VAR-wuo herziet in een VAR-loon gaat zij hiertegen in beroep. De inspecteur stelt dat zij geen procesbelang heeft omdat de herziene VAR-beschikking betrekking heeft op een voorbije periode, terwijl de VAR is bedoeld om zekerheid vooraf te bieden.
Rechtbank Gelderland oordeelt dat de indiener van een rechtsmiddel, in casu X, ook een procesbelang heeft met het oog op een vordering tot schadevergoeding. De rechtbank verklaart X ontvankelijk in haar beroep omdat zij heeft gesteld dat zij door het besluit van de inspecteur inkomensverlies heeft geleden en proceskosten heeft gemaakt. De rechtbank oordeelt daarna dat de inspecteur de beschikking heeft mogen herzien in de zin van de wet, omdat X gegeven de regelgeving, niet onder eigen verantwoordelijkheid en voor eigen rekening kraamzorgwerkzaamheden in natura aan zorgvragers kan aanbieden. Verder maakt X niet aannemelijk dat zij ondernemersrisico loopt. Tot slot oordeelt de rechtbank dat de inspecteur ook aannemelijk heeft gemaakt dat de VAR kan worden herzien in een VAR-loon omdat er sprake is van een fictieve dienstbetrekking.
Wetsartikelen:
Wet op de loonbelasting 1964 4
Wet inkomstenbelasting 2001 3.156
Wet inkomstenbelasting 2001 3.157
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Rechtbank Gelderland
Editie: 17 augustus